De Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag
De WML heeft als doel werknemers van een minimumloon en minimumvakantiebijslag te verzekeren. Gezien de algehele welvaartssituatie wordt dit gezien als een aanvaardbare tegenprestatie voor de in dienstverband verrichte arbeid. De WML gold tot 1 juli 2017 voor werknemers vanaf 23 jaar. Voor jongeren was er een afgeleide regeling.
Waarom deze aanpassing
Tegenwoordig komen er steeds meer eenpersoonshuishoudens voor onder jongeren, waarbij zij de volledige kosten dragen. Ook blijkt dat cao’s steeds vaker belonen op basis van opleiding en ervaring en niet op leeftijd. Omdat het oude systeem hier niet meer op aansluit heeft de wetgever besloten het aan te passen.
Wat gaat er veranderen
- Vanaf 1 juli 2017 gaat de leeftijd waarop recht is op het WML in twee stappen omlaag.
- Eerst zal de leeftijd worden aangepast van 23 jaar naar 22 jaar.
- Waarschijnlijk zal in 2019 de leeftijd verder verlaagd worden van 22 jaar naar 21 jaar.
- Verder gaat het minimumjeugdloon voor jongeren tussen de 18 jaar en 22 jaar per 1 juli 2017 omhoog.
- Meerwerk en overwerk:
- De WML had voorheen geen regels rondom meerwerk en overwerk werd expliciet uitgesloten. Met het nieuwe art.13a is de werkgever verplicht ook voor meerwerkuren tenminste het wettelijk minimumloon uit te betalen. In de praktijk worden meerwerkuren vaak in vrije tijd uitbetaald. Na 1 januari 2018 is dit alleen nog mogelijk indien deze mogelijkheid in de cao is opgenomen.
Naast de aanpassing van overwerk en meerwerk geldt de WML ook voor stukwerk. Hier gaan we nu niet verder op in omdat dit vrijwel nooit voorkomt binnen de medische beroepsgroep.
- De WML had voorheen geen regels rondom meerwerk en overwerk werd expliciet uitgesloten. Met het nieuwe art.13a is de werkgever verplicht ook voor meerwerkuren tenminste het wettelijk minimumloon uit te betalen. In de praktijk worden meerwerkuren vaak in vrije tijd uitbetaald. Na 1 januari 2018 is dit alleen nog mogelijk indien deze mogelijkheid in de cao is opgenomen.
Compensatie voor de hogere kosten
De wetgever wil de werkgever compenseren voor de hogere kosten voor werknemers tussen de 18 jaar en 21 jaar. Deze compensatieregeling zal op 1 januari 2018 worden ingevoerd. Het eerste halfjaar zullen de personeelskosten van de werknemer dan ook toenemen. De tegemoetkoming kent wel een terugwerkende kracht tot 1 juli 2017.
Of de werkgever in aanmerking komt voor de compensatie is afhankelijk van de leeftijd van de werknemer op 31 december van het voorgaande jaar en het gemiddelde uurloon in het kalenderjaar waarover het voordeel wordt toegekend. Aan het eind van het jaar wordt er gekeken of het gemiddeld uurloon van de werknemer binnen de grenzen valt en de werkgever in aanmerking komt voor compensatie.
Voor het halfjaar dat de regeling nog niet van kracht was wordt de compensatie eenmalig met een factor 1,5 vermenigvuldigd. De werkgever krijgt hier automatisch bericht van via de belastingdienst of het UWV.
Waar moet u op letten
Binnen de medische sector zijn de arbeidsovereenkomsten vaak gebaseerd op een cao die een betere regeling kent dan het wettelijk minimum, waardoor de wetswijziging weinig invloed heeft.
Is dit niet het geval dan is het goed om na te gaan of aan de bovengenoemde punten wordt voldaan. Is in een arbeidsovereenkomst opgenomen dat meerwerk wordt uitbetaald in vrije tijd en geldt er geen cao, dan dient de arbeidsovereenkomst te worden aangepast.
De werkgever die bedragen heeft opgenomen in de arbeidsovereenkomsten zal moeten nagaan of deze nog overeenkomen met het wettelijk minimum. Wanneer dit niet het geval is moet deze arbeidsovereenkomsten worden aangepast. Feitelijk al voor 1 juli 2017 en anders zo snel mogelijk met terugwerkende kracht.